De coalitie maakt het college, Eneco en Woonplus blij, maar laat de burger in de kou staan

DSCN8408Groenoord.JPGvrijdag 22 januari 2021 19:00

De fractie van de CU-SGP heeft op de raadsvergadering van 15 december niet ingestemd met de concessie overeenkomst met Eneco over warmtelevering en evenmin met de samenwerkingsovereenkomst met Woonplus over de woningaanpassingen in Groenoord. Wat waren daarbij onze overwegingen?

Niet rendabel genoeg voor marktpartijen

Het warmtenet biedt kansen aan marktpartijen als Woonplus en Eneco. Dit is voor hen zeker het geval wanneer de gemeente Schiedam zich daar voor 32 miljoen in de schulden wil steken. Het is echter in principe niet nodig dat de gemeente de aanleg voorfinanciert. De gemeente kan goedkoper geld lenen dan marktpartijen. Eneco hoeft echter geen geld te lenen, omdat Mitsubishi bij de overname het nodige geld beschikbaar heeft gesteld voor duurzame investeringen door Eneco. Als marktpartij investeert Eneco dit geld liever in rendabelere projecten. Als dit het geval is, is de vraag nu waarom de gemeente een langlopende schuld zou aangaan als er geen echte noodzaak is? Bovendien gaat de gemeente en Woonplus zich inzetten voor de afzet van de warmte van Eneco. We worden dus verantwoordelijk voor de gemaakte omzet van Eneco door warmteafzet aan deze woningen. We gaan de rol van Eneco als marktpartij overnemen. Bovendien, als de afname van warmte achterblijft, legt Eneco de gemeente fikse boetes op. Dat is bepaald geen goede deal voor Schiedam als geheel. Deze schuld en de risico’s daarvan gaan we als gemeente voor 40 jaar aan. Dat is een blok aan ons been. Andere wel noodzakelijke investeringen zullen zich aandienen, maar helaas is er dan geen financiële ruimte meer in de gemeentekas. 

Te weinig inspraak en draagvlak voor het Rijk

In het raadsvoorstel lezen we: De uitwerking van het Wijkenergieplan gebeurt op basis van deze businesscase en vindt plaats op het moment dat de gemeenteraad hiermee heeft ingestemd. In die uitwerking zijn er concrete kaders van waaruit verdere afspraken over vorm en inhoud van het participatieproces kunnen worden gemaakt. De koppelkansen kunnen dan ook verder worden gekwantificeerd en geprioriteerd samen met de belanghebbenden uit de wijk. Helaas is deze genoemde manier van werken een omgekeerde procesgang. De raad mag eerst ja zeggen en bewoners mogen bij het streepje nog wat invullen, namelijk hun handtekening. Dit betekent dus dat de inspraak van de Raad op het project beperkt blijft. Ook het Rijk beoordeelt dit terecht als onvoldoende voor een goed participatietraject. Het ministerie van BZK beoordeelde het energiebesparingsrendement op basis van de gegevens in het voorjaar als erg laag en daarnaast de financiële onderbouwing als matig. Evenals deze raad constateerde BZK dat het draagvlak bij de wijkbewoners, huurders en particulieren en VvE’s, ondanks de reeds gedane inspanningen, verre van overtuigend aanwezig is. Om beide redenen, zowel beperkte draagvlak als inspraak, besloot BZK geen subsidie te verlenen. Dat was voor ons in eerste instantie teleurstellend, bij nadere beschouwing ontnuchterend. 

Betere prioriteiten bij verduurzaming

De prioriteit dient wat deze fractie betreft primair te liggen op het verminderen van de energieconsumptie door een betere isolatie van woningen. Daarmee worden woningen pas echt duurzaam verduurzaamd. College en Woonplus hebben blijkbaar andere prioriteiten. De prioriteit zou ook gelegd kunnen worden bij de verzwaring van het elektriciteitsnetwerk voor de hele stad en wijken als Groenoord. Nu investeren we € 32 miljoen in een klein lokaal netwerk van leidingen en aansluitingen voor de stadsverwarming. Rendement op investeringen is het allereerste criterium voor het programma verduurzaming en moet prioriteit krijgen. Aanleg van een grote buisleiding is een investering voor vele decennia. In de financiering daarvan zou het Rijk een bijdrage hebben kunnen leveren. In hun overwegingen om dit niet te doen, gaven zij aan dat ze het rendement te klein vonden.  In de komende decennia zal bij een groeiende verscheidenheid aan mogelijkheden van voorziening van de warmtevraag het rendement met de tijd voortdurend verschuiven. 

Een investeringsperiode van 15 jaar is zakelijk gezien voor de overheid te overzien. De businesscase is sluitend gemaakt op een doorlooptijd tot 2062, dat is te lang. In een periode van 40 jaar is de wereld en de wereld van duurzame technologieën drastisch veranderd. De gemeente dient naar het oordeel van de CU-SGP haar flexibiliteit te bewaren om met de jaren adequate keuzes te kunnen blijven maken.  Omdat we ons hierin vastleggen, kunnen we niet met deze nieuwe ontwikkelingen meebewegen.

Met dit project leggen we ons voor deze wijk voor deze 40 jaar in beton vast, een periode van 10 gemeenteraden. Of de wijk, die ruim 50 jaar geleden met beton gebouwd is,  en haar bewoners daarmee de komende 50 jaar gediend zijn, betwijfelt deze fractie zeer. 

Schiedam heeft de ruimte niet

Het voorstel met de bijgevoegde sluitende business case is een doordacht plan, maar voor alle partijen te duur. De vraag blijft hierbij wat de stad in zijn geheel daarvoor terugkrijgt. Met elkaar constateren we dat voor de gemeente Schiedam zowel de solvabiliteit als de netto schuldquote de komende periode zullen verslechteren. Daar komen vervolgens deze projecten nog bovenop. 

In de keuze tegen deze investering is het huidige nadeel dat we circa € 6 miljoen subsidie mislopen. Het voordeel is dat we € 32 miljoen minder uitgeven. In verhouding tot de totale investeringen van € 120 miljoen die we samen met Eneco en Woonplus doen zou de bijdrage van de gemeente gering zijn. Echter, € 32 miljoen en de bijkomende risico’s en verplichtingen, dat is niet gering. 

Gezien de hoge schuldenpositie van de gemeente zal dit mogelijke nadelige financiële consequenties hebben voor toekomstige projecten, zeker wanneer de rente op enig moment weer gaat stijgen. Had Schiedam minder geïnvesteerd in nieuwbouw, dan was er meer ruimte geweest voor renovatie, innovatie en verduurzaming. Vanwege de druk op de gemeentelijke financiën is een pas op de plaats maken wat deze fractie betreft nu gepast. 

Een alternatief

Was er naast het warmtenet een alternatief om deze woningen in 2050 van het gas los te maken? Zeker wel. Woonplus kan in zijn portefeuillestrategie na 2050 deze 3000 woningen slopen en vervangen met goed geïsoleerde woningen. Voor de vervangingen spaart Woonplus als het goed is al 50 jaar. Daar is dan nu nog 30 jaar extra tijd voor. Een bijkomende postenkost voor Woonplus die nu al bekend is, is het feit dat het warmtenet en haar installaties in 2039 moet worden omgezet, zodat ze geschikt is voor een temperatuur van 70 graden Celsius, waar dit eerst nog 85 is. Ook dat geld hadden we kunnen sparen voor beter geïsoleerde woningen. 

De gemeenteraad had nu nuchter een besluit kunnen nemen wanneer we meer tijd hadden genomen, maar college en coalitie zijn tomeloos, niet te stuiten in hun ambities, totdat de wal het schip keert.

« Terug